Jaarstukken 2018

Programmaverantwoording

Financiën

De kosten van dit programma

(Bedragen x € 1.000)

Thema

Primitieve
begroting 2018

Begroting 2018
na wijziging

Rekening
2018

Saldo
2018

Lasten

Opgroeien

51.685

93.976

95.688

-1.712

Betrokken zijn

48.050

49.993

49.573

420

Thuis

45.342

46.912

50.689

-3.777

Leren, ontwikkelen en werken

123.820

129.855

135.039

-5.184

Leven

7.535

8.809

8.685

123

Ontmoeten

4.276

6.383

4.293

2.090

Totaal lasten

280.708

335.929

343.968

-8.039

Baten

Opgroeien

7.394

45.768

43.910

-1.858

Betrokken zijn

3.565

3.565

3.071

-494

Thuis

2.851

2.932

2.927

-6

Leren, ontwikkelen en werken

79.541

85.405

93.441

8.036

Leven

85

385

352

-33

Ontmoeten

216

350

173

-177

Totaal baten

93.652

138.406

143.874

5.469

Mutaties in reserves

-11.832

-15.829

-7.955

7.347

Totaal Generaal

175.224

181.694

192.138

-10.444

Toelichting exploitatie / mutaties (op hoofdlijnen)

Het resultaat voor het jaar 2018 voor het programma Vitaal en Sociaal Breda bedraagt € 10,4 miljoen negatief. In de begroting was rekening gehouden met een tekort
van € 10,95 miljoen, exclusief maatregelen. Dit is exclusief € 6,8 miljoen die, vrij besteedbaar, resteert in de reserve Sociaal Domein. Dit bedrag resteert doordat impulsen
vanuit de reserve Sociaal Domein niet volledig zijn uitgegeven in 2018 en door het besluit in het bestuursakkoord Lef en Liefde om de geplande impulsen vanuit de reserve
Sociaal Domein voor 2019 en verder te schrappen.

Hieronder zijn de grootste verschillen per thema opgenomen.

Thema Opgroeien

2018 is afgesloten met een negatief resultaat van € 4,2 miljoen, hiervan is € 0,6 miljoen nadeel zichtbaar bij mutaties in de reserves. Onder dit thema vallen 5 producten. Per product volgt hieronder een toelichting.

In het kader van de Algemene voorzieningen Jeugdzijnin 2018 vanuit de thematafel Opgroeien activiteiten bekostigd om de begeleiding van jeugdigen door ziekenhuis CJG’ers vorm te geven, en jonge kwetsbare aanstaande moeders te ondersteunen. Ook is extra inzet gepleegd op onze preventietaken. Dit heeft geleid tot een overschrijding van € 0,4 miljoen.
Bij de Toeleiding maatwerkvoorzieningen Jeugdis een voordelig saldo van € 0,3 miljoen gerealiseerd. Deels wordt dit verklaard door een licht verminderde inzet van het regionale Expertteam dat wordt geraadpleegd bij complexe casuïstiek. In 2018 zijn verdere voorbereidingen getroffen om de juiste verbeteringen te treffen, zoals ook in het Actieplan 2019 - 2020 is aangekondigd.  
Bij de verstrekking van de Jeugdhulp maatwerkondersteuningis een nadelig resultaat gerealiseerd van € 4,5 miljoen. Hoofdzakelijk komt dit door de sterke (volume)groei van het gebruik van ambulante specialistische jeugdhulp. Een trend die zich vanaf 2015 al voltrekt. Daarom is in 2018 een pakket aan beheersmaatregelen voorbereid. Een pakket gericht op het afremmen en beheersen van het gebruik van ambulante specialistische jeugdhulp. De financiële doelstelling daarbij is om de financiële omzet vanaf 2019 te laten dalen. Om de voorbereidingen en uitvoering goed vorm te geven was het nodig om hogere inhuur- en uitvoeringskosten te maken. Het onderdeel verblijfszorg lijkt zich te stabiliseren (een minimale overschrijding ten opzichte van de overschrijding 2017) terwijl substantiële overschrijdingen zichtbaar zijn bij de pleegzorg en de gezinshuizen. Een ontwikkeling die de transformatiedoelstelling om zwaardere vormen van verblijfszorg te verschuiven naar gezinshuizen en pleegzorg ondersteunt. Het resultaat op de landelijke functies is negatief. Dit is een vorm van jeugdhulp die moeilijk beheersbaar is vanwege haar volatiele en complexe karakter en daarvoor jaarlijks wisselende resultaten laat zien. Op jeugdzorgplus boeken we een voordeel, maar dit heeft enkel te maken met een verhoging van het budget, kosten 2018 wijken niet veel af van 2017.
Voor de Jeugdhulp geëscaleerde zorgis een positief resultaat behaald van € 0,3 miljoen. In de transformatiegedachten wordt de specialistische expertise al in het vrijwillige kader ingezet. Door een breed gevarieerd aanbod wordt meer opgevangen in het vrijwillige kader. Door inzet van een beschermingstafel wordt een bewuste afweging gemaakt of het gedwongen kader noodzakelijk is. Daarnaast wordt eerder in het traject gekeken of afschalen naar het vrijwillige kader weer mogelijk is.
Bij het Primair en voortgezet onderwijsis er een klein voordelig saldo van € 0,1 miljoen gerealiseerd. Dit resultaat bestaat uit een structurele overschrijding op het leerlingenvervoer van € 0,2 miljoen. Dit komt door een toename van het aantal ritten in verband met scholing van anderstaligen. Daartegenover staan er diverse incidentele meevallers op onder andere peuteropvang en RBL van € 0,3 miljoen.  
Thema Betrokken zijn

Dit thema wordt in 2018 afgesloten met een negatief resultaat van € 1 miljoen, waarvan € 1 miljoen nadeel zichtbaar bij mutaties in reserves.

Bij de verstrekking van de Algemene voorzieningen volwassenenis een positief incidenteel resultaat ontstaan van € 0,6 miljoen. Dit komt omdat:

  • Meer subsidiegelden over voorgaande jaren zijn teruggevorderd dan verwacht, € 0,3 miljoen
  • de projectenkosten voor de financiering van lopende en nieuwe projecten lager liggen dan verwacht, € 0,1 miljoen
  • het budget voor zorginnovatie niet geheel is uitgeput, voordeel € 0,2 miljoen.

Voor de Volwassenen maatwerkondersteuningis een nadelig resultaat ontstaan van € 1,1 miljoen dat vooral wordt veroorzaakt door de begeleiding van volwassenen.
De afgelopen jaren tekent zich een trend af van toenemende kosten bij de verstrekking van maatwerkondersteuning. De voornaamste oorzaken daarvan zijn:

  • Een toename van het aantal cliënten
  • een toenemende complexiteit van problemen waardoor mensen ook langer een beroep doen op ondersteuning en
  • minder ontvangsten vanuit de eigen bijdragen die mensen via het CAK voor de ondersteuning betalen.

Voor het Maatwerk Wmois een negatief resultaat gerealiseerd van € 0,2 miljoen. Hoofdzakelijk komt dit door hogere prijzen vanuit nieuwe raamovereenkomsten voor de levering en het onderhoud van hulpmiddelen.

Thema Thuis

Binnen dit thema is er in 2018 een negatief resultaat van € 3,8 miljoen.

Huiselijk geweld en Vrouwenopvang heeft een voordelig saldo van € 0,6 miljoen. Enerzijds betreft het aanvullende middelen die pas laat dit jaar door het Rijk zijn toegekend. Het betreft hier middelen voor taakuitbreiding bij Veilig Thuis (de radarmiddelen), de doorontwikkeling van de multidisciplinaire aanpak MDA++ en voor het aanstellen van een regionaal projectleider. Er zijn in 2018 nog wel voorbereidende activiteiten verricht, maar niet voor het volledige bedrag, er resteert circa € 0,35 miljoen. Anderzijds is er in 2018 bij de vaststelling van een subsidie een overschot van € 0,21 miljoen teruggevorderd. Dit zijn rijksmiddelen volledig bestemd voor huiselijk geweld en vrouwenopvang. Omdat het zwaartepunt van deze werkzaamheden in 2019 en de volgende jaren komt te liggen, zal het positieve resultaat tezamen met de toegekende middelen uit de decembercirculaire (€ 0,1 miljoen) worden opgenomen in het voorstel voor resultaatbestemming (totaal € 0,7 miljoen).

De uitgaven Beschermd wonen laten een negatief resultaat zien van € 4,4 miljoen. De uitgaven zijn in vergelijking met 2017 fors toegenomen en hiervoor zijn verschillende oorzaken aan te geven.
Zo zien we een toename van het aantal cliënten van 700 naar 800 terwijl de prijs van een Beschermd Wonen plek kan oplopen tot wel meer dan € 60.000 euro per jaar.
Deze toename is deels toe te schrijven aan een snellere extramuralisering naar het Wmo regime toe dan verwacht, compensatie vanuit het Rijk wordt verwacht vanaf 2019, en deels aan het versneld laten doorstromen van cliënten vanuit verlengde zorg na het bereiken van de leeftijd van 18 jaar. Daarnaast zien we een sterkere groei van de doelgroep Licht Verstandelijk Beperkten (LVB) dan begroot en deze ondersteuningsbehoefte overstijgt de bijdrage van het rijk voor dit onderdeel.

Thema Leren, ontwikkelen en werken

Het saldo van dit thema is € 2,7 miljoen negatief, waarvan € 5,5 miljoen nadelig zichtbaar bij mutaties in reserves.

Sociale Werkvoorziening kent een nadelig saldo van € 1,4 miljoen. Het beschikbare SW-macrobudget is te laag om de totale kosten inclusief de SW-loonkosten te dekken. Er is daardoor sprake van een structureel tekort in de SW. De volgende oorzaken hebben daarentegen geleid tot een positieve afwijking van de begroting:

  • Over de brede linie van de activiteiten is een betere omzet in de markt gerealiseerd dan begroot, zowel de gunstige conjunctuur als het droge zomerseizoen hebben hiertoe bijgedragen, minder kosten van externe inhuur bij groenvoorziening
  • er is geen terugbetalingsverplichting aan het Rijk in het geval er meer SW uitstroom en een lagere SW bezetting is. Hiermee was wel rekening gehouden
  • een incidentele bate als gevolg van een afrekening Alfacheque over 2017.

Bij Re-integratie is een negatief resultaat zichtbaar van € 0,7 miljoen. Een bedrag van € 0,3 miljoen negatief wordt veroorzaakt door een aantal nagekomen posten met betrekking tot huisvesting waarmee in de begroting geen rekening was gehouden. Binnen de keten Participatie is mede als gevolg van de financiële ontvlechting Atea een tekort op de formatie aanwezig van € 1 miljoen, in 2019 en 2020 wordt dit tekort naar verwachting ingelopen. In 2018 is meer vooral tijdelijk personeel nodig geweest dan waarvoor budget aanwezig was. Een bedrag van € 0,8 miljoen is zichtbaar binnen Programma 1, het restantbedrag van € 0,2 miljoen is terug te vinden binnen Programma 5. Tot slot ontvingen we in 2018 regionale middelen van het rijk ten behoeve van diverse arbeidsmarktprojecten van de regio Wet-Brabant. Een aantal hiervan hebben een doorloop naar 2019. Het betreft onder andere de projecten Grensoverschrijdende samenwerking,  Samenwerking GGZ, Werk & Inkomen en “Matchen op werk”. Een bedrag van € 0,4 miljoen is hierdoor niet uitgegeven. Bij resultaatbestemming zal worden voorgesteld dit bedrag over te hevelen naar 2019.

Wet BUIG en overige regelingen kent een nadelig resultaat van € 0,2 miljoen. Voor een bedrag van € 2,6 miljoen negatief wordt dit veroorzaakt door het tekort BUIG en dit bedrag is € 0,7 miljoen lager dan het gemelde tekort in de begroting 2018. Het aantal bijstandsontvangers in Breda is in 2018 met 8,5% gedaald, ruim 400 minder uitkeringen dan op 1-1-2018. De daling heeft zich vooral sterk doorgezet in het 2e halfjaar, zodat een gedeelte van het financiële effect pas in 2019 zichtbaar zal zijn. Een vrijval van een balanspost met betrekking tot debiteuren en bedrijfskredieten Bijstandsbesluit zelfstandigen (Bbz) 2004 geeft een voordelig resultaat van € 1,3 miljoen. Deze balanspost kan worden verlaagd omdat deze posten al opgenomen zijn in de voorziening dubieuze debiteuren Sociale Zaken. Daarnaast is er een voordelig resultaat van € 1,4 miljoen  als gevolg van een vrijval van een langlopende lening van het Rijk. Deze terugbetalingsverplichting blijkt ten onrechte te zijn opgenomen.

Armoedebestrijding wordt in 2018 afgesloten met een negatief resultaat € 0,2 miljoen. Het betreft de volgende producten.
Bijzondere bijstand geeft over 2018 een negatief resultaat van € 0,7 miljoen. Enerzijds een tekort van € 0,8 miljoen die in voorgaande jaren is ontstaan door extra uitgaven bijzondere bijstand. Dit is ook het tekort waarmee in de begroting rekening is gehouden. De stijging wordt grotendeels veroorzaakt door de nog steeds stijgende groei van het aantal mensen onder bewindvoering. Deze trend heeft zich ook in 2018 nog doorgezet. Dit is een landelijke tendens. Voor een ander deel wordt de stijging veroorzaakt doordat steeds meer inwoners gebruik maken van gemeentelijke minimaregelingen zoals de individuele inkomenstoeslag en het schoolstarterspakket. Anderzijds leveren restant middelen van de subsidietafel Zorg voor Elkaar (€ 0,05 miljoen) en lagere uitgaven dan begroot bij een aantal kleinere posten (€ 0,05 miljoen) een voordeel op van € 0,1 miljoen.

Bredapas heeft een voordelig saldo van € 0,2 miljoen. In het kader van de doorontwikkeling van de Bredapas is er wel een onderzoek gestart door een extern bureau, maar dit is tussentijds beëindigd, omdat wij achteraf niet overtuigd waren dat dit de juiste wijze was om tot een doorontwikkeling te komen. Een groot deel van die € 0,2 miljoen is daarom niet nodig gebleken. In 2019 zal er geen doorontwikkeling plaatsvinden.

Bij Schuldhulpverlening bedraagt het resultaat € 0,3 miljoen voordelig. Voor een bedrag van € 0,3 miljoen betreft dit restantmiddelen van het rijk ten behoeve van armoede en preventie. Diverse plannen en activiteiten zijn in 2018 bedacht en opgestart maar nog niet in 2018 afgerond, onder andere project Vroeg erop af en Week van het geld. Daarom wordt bij resultaatbestemming voorgesteld om € 0,15 miljoen over te hevelen naar 2019. Daarnaast is er weinig beroep gedaan op het maatwerkfonds vaak woonlastenfonds genoemd. De reden is dat de gemeente en de woningcorporaties steeds actiever zijn op het gebied van vroeg signalering. Er resteert € 0,4 miljoen. Dit bedrag valt vrij ten gunste van de reserve Sociaal Domein, het resultaat is budgettair neutraal.

Thema Leven

Het resultaat op dit thema bedraagt € 0,1 miljoen positief.

De bekostiging van de Volksgezondheid kent een positief resultaat van € 0,1 miljoen. Dit komt omdat er in de begroting geen rekening mee is gehouden dat de btw over de bekostigde activiteiten van de GGD West-Brabant verhaald kunnen worden bij het btw-compensatiefonds. Ook heeft nog een afrekening met de GGD West-Brabant plaatsgevonden over de huisvestingskosten 2017 (0-4 jarige JGZ). Voor het lokaal gezondheidsbeleid is een bijdrage van CZ ontvangen en bleven GIDS-gelden over.
Het resultaat op Sportbeleid is € 0,05 miljoen negatief. Dit wordt vooral verklaard doordat er aan het einde van het jaar veel initiatieven zijn opgestart die tot een eenmalige last in 2018 hebben geleid. Het betreft hier onder andere het opzetten en opstarten van het Sportleerbedrijf en de organisatie van de NK veldloop voor ambtenaren.

Thema Ontmoeten

Het saldo op dit thema bedraagt € 1,4 miljoen positief waarvan € 0,5 miljoen negatief zichtbaar bij mutaties in reserves.

Wijkaanpak kent een positief resultaat van € 1,1 miljoen positief, dit is inclusief het resultaat op de reserve Wijkontwikkeling. Voor een bedrag van € 0,9 miljoen wordt dit veroorzaakt omdat er geen volledig beroep is gedaan op subsidies Wijkcentra Wijken, Wijkplatforms en Wijkimpuls. Bij Wijkcentra Wijken is de daadwerkelijke uitnutting sterk afhankelijk van de noodzakelijke ondersteuning bij de diverse wijkcentra. Voor de wijkplatforms geldt dat in 2018 het aantal initiatieven is gestegen van 160 naar 240 terwijl er geen volledig beroep is gedaan op de subsidie. De aard en omvang van de initiatieven en de middelen die de initiatiefnemers daarvoor beschikbaar hadden zorgde er in 2018 voor dat het subsidiebedrag niet volledig benut hoefde te worden. Wijkplatforms en initiatieven krijgen een steeds grotere en bredere bekendheid. Voor 24 van de 27 wijken zijn nu platforms actief. Een aantal platforms is recent gestart. Deze platforms zijn nu volop in ontwikkeling. Daardoor verwachten we dat er voor 2019 eventueel een groter beroep op de subsidie gedaan zal worden. Bij Wijkimpuls zijn diverse aanpakken wel gestart in 2018, maar omdat de hoofddoelen van deze projecten worden gerealiseerd in 2019, zullen de kosten in 2019 landen. Tot slot is er een onderuitnutting van € 0,41 miljoen op “Breda begroot” en een structurele overschrijding van € 0,1 miljoen voor de speeltoestellen. Onveilige toestellen zijn vervangen en speelplekken zijn op verzoek van kinderen verbeterd.

Het resultaat Statushouders is € 0,3 miljoen voordelig. Een aantal activiteiten worden pas in 2019 uitgevoerd. Bij resultaatbestemming zal worden voorgesteld dit bedrag beschikbaar te houden voor 2019. Dit omdat de bijdrage van het rijk is komen te vervallen en het op dit moment nog onzeker is of er aanvullende middelen beschikbaar komen.

Investeringen

(bedragen x € 1.000)

Omschrijving

Beschikbare investeringen 2018

Werkelijke uitgaven
tm 2018

Vrijval 2018

Nog beschikbaar eind 2018

Wat is meer/-minder nodig voor ctc

Verwachte uitgaven
2019

Verwachte uitgaven
2020

Verwachte uitgaven
2021 ev

1. Vitaal en Sociaal Breda

Wijkontwikkeling

2.534

318

49

2.167

2.167

ATEA

900

58

842

0

0

Totaal

3.434

376

891

2.167

0

2.167

0

0

De investeringen van Wijkontwikkeling betreft de herinrichting openbare ruimte Linie-Doornbos en de herontwikkeling openbare ruimte Driesprong.
Bij ATEA betreft het investeringen in een bedrijfsauto, een maaimachine en een doorbelasting van ICT.