(Bedragen x € 1.000) | ||||||||||
Activa | 31-12-2017 | 31-12-2018 | ||||||||
Vaste activa | 629.700 | 619.498 | ||||||||
Immateriële vaste activa | 2.126 | 2.804 | ||||||||
Kosten van onderzoek en ontwikkeling | 744 | 1.567 | ||||||||
Bijdragen aan activa in eigendom van derden | 1.382 | 1.237 | ||||||||
Materiële vaste activa | 435.586 | 432.125 | ||||||||
Investeringen met economisch nut | 261.023 | 254.315 | ||||||||
Investeringen economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven | 110.720 | 115.116 | ||||||||
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut | 63.843 | 62.694 | ||||||||
Financiële vaste activa | 191.989 | 184.569 | ||||||||
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen | 2.077 | 2.076 | ||||||||
Leningen aan woningbouwcorporaties | 74.385 | 70.883 | ||||||||
Leningen aan deelnemingen | 17.239 | 16.555 | ||||||||
Overige langlopende leningen | 98.286 | 95.055 | ||||||||
Vlottende activa | 134.948 | 145.971 | ||||||||
Voorraden | 50.858 | 44.691 | ||||||||
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie | 45.125 | 39.079 | ||||||||
Overige grond- en hulpstoffen | 5.664 | 5.546 | ||||||||
Gereed producten en handelsgoederen | 69 | 66 | ||||||||
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | 25.643 | 20.907 | ||||||||
Vorderingen op openbare lichamen | 5.591 | 4.704 | ||||||||
Overige vorderingen | 20.052 | 16.203 | ||||||||
Liquide middelen | 22 | 191 | ||||||||
Liquide middelen | 22 | 191 | ||||||||
Overlopende activa | 58.425 | 80.181 | ||||||||
Overige nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde bedragen | 40.266 | 69.423 | ||||||||
Nog te ontvangen voorschotten van Europese overheidslichamen | 0 | 269 | ||||||||
Nog te ontvangen voorschotten van het Rijk | 2.983 | 2.031 | ||||||||
Nog te ontvangen voorschotten van overige Nederlandse overheidslichamen | 15.176 | 8.459 | ||||||||
Totaal Activa | 764.648 | 765.468 |
Recht op verliescompensatie | 2017: 4.675 | 2018: 2.641 |
(Bedragen x € 1.000) | |||||
Passiva | 31-12-2017 | 31-12-2018 | |||
Eigen Vermogen | 159.777 | 140.491 | |||
Reserves | 151.720 | 148.903 | |||
Algemene reserves | 108.691 | 103.876 | |||
Bestemmingsreserves | 43.029 | 45.027 | |||
Gerealiseerd resultaat volgend uit het overzicht van de baten en lasten in de jaarrekening | 8.056 | -8.412 | |||
Gerealiseerd resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening | 8.056 | -8.412 | |||
Voorzieningen | 56.368 | 59.094 | |||
Voorzieningen | 56.368 | 59.094 | |||
Voorzieningen | 56.368 | 59.094 | |||
Vaste schulden | 395.424 | 424.819 | |||
Vaste schulden | 395.424 | 424.819 | |||
Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen | 393.465 | 424.329 | |||
Onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren | 1.383 | 0 | |||
Waarborgsommen | 576 | 490 | |||
Vlottende passiva | 153.080 | 141.065 | |||
Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | 94.818 | 86.162 | |||
Overige kasgeldleningen | 55.000 | 45.000 | |||
Banksaldi | 8.858 | 9.922 | |||
Overige schulden | 30.960 | 31.239 | |||
Overlopende passiva | 58.262 | 54.903 | |||
Verplichtingen | 48.319 | 46.161 | |||
Voorschotten van Europese overheidslichamen | 1.876 | 619 | |||
Voorschotten van het Rijk | 5.130 | 3.880 | |||
Voorschotten van overige Nederlandse overheidslichamen | 1.965 | 1.590 | |||
Overige vooruitontvangen bedragen | 972 | 2.653 | |||
Totaal Passiva | 764.648 | 765.468 |
Totaal gewaarborgde geldleningen | 2017: 698.991 | 2018: 672.550 | ||||||
EMU-saldo | 2018: 12,7 miljoen |
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Algemeen
De jaarrekening is opgemaakt volgens de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de Verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet (de Financiële Verordening Gemeente Breda).
De cijfers van deze jaarrekening gaan over alle bij de Gemeente Breda behorende organisatieonderdelen.
Waardering
De activa zijn in beginsel gewaardeerd tegen de verkrijgings- en vervaardigingsprijs. Voorraden en deelnemingen worden gewaardeerd tegen marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
Investeringen als onderdeel van een nog door de raad in te stellen grondexploitatie worden met ingang van 2017 geactiveerd onder de immateriële vaste activa. Daarbij wordt rekening gehouden met een aftrek van specifiek gerelateerde bijdragen van derden. Eventuele bijdragen uit bestemmingsreserves worden aangewend ter dekking van de kapitaallasten van genoemde type investeringen. Zodra de grondexploitatie bij raadsbesluit is ingesteld worden de geactiveerde investeringen ingebracht in de grondexploitatie.
Voor materiële vaste activa geldt dat de verkrijgingsprijs, waar van toepassing, is verminderd met ontvangen bijdragen van derden die in directe relatie met het actief staan, en subsidies.
Met ingang van 2017 is het uitgangspunt, dat de materiële vaste activa altijd worden geactiveerd. Tot 2017 werden investeringen met maatschappelijk nut alleen dan geactiveerd als er onvoldoende dekking is uit reserves of via de exploitatierekening. Bij een duurzame waardevermindering vindt afwaardering plaats, danwel wordt een voorziening voor duurzame waardevermindering gevormd.
In de door de gemeenteraad vastgestelde Afschrijvingsverordening staan de geldende termijnen. De jaarlijkse afschrijvingen zijn gebaseerd op de geschatte economische levensduur en in principe lineair bepaald. Bij uitzonderingen gebruiken we de annuïtaire afschrijvingsmethode, gerechtvaardigd vanuit externe omstandigheden, bijvoorbeeld vanuit een match met rijkssubsidies. In de Afschrijvingsverordening bepaalde de gemeenteraad uit praktisch oogpunt dat investeringen met een aanschafwaarde onder de € 50.000 niet geactiveerd hoeven worden.
Voor de in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van 1e uitgifte als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde.
De onder de financiële vaste activa opgenomen deelnemingen en verstrekte leningen zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, zonodig verminderd met een voorziening voor oninbaarheid. Deelnemingen zijn gewaardeerd tegen marktwaarde als deze lager is dan verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De geleasede activa in het kader van financiële lease zijn gewaardeerd op basis van economische waarde. Onder schulden is de contante waarde van de nog resterende leasetermijnen verantwoord. Operationele lease beschouwen we als huur. Bij uitzonderingen gebruiken we de marktwaarde als waarderingsgrondslag, wanneer deze voor voorraden en deelnemingen lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs.
De grondvoorraden en onderhanden werken zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs verminderd met al ontvangen verkoopopbrengsten. Voor verliesgevende grondcomplexen bestaat een voorziening. Op het moment dat we een tekort verwachten op een grondexploitatie treffen we een voorziening (contante waarde). Aan voorzieningen mag in principe geen rente worden toegevoegd (artikel 45 BBV). Uitzondering is de situatie waarin voorzieningen zijn gewaardeerd tegen contante waarde. Dit is het geval bij de voorziening negatieve planresultaten.
De gemeente heeft extracomptabel inzichtelijk gemaakt welke winstpotentie er is voor de complexen die naar verwachting afsluiten met een batig saldo. Winstneming gebeurt op basis van de POC-methode (Percentage of Completion). Tussentijds kan ook al winst worden genomen. In dat geval gaan we ervan uit dat het deel van de winst is gerealiseerd, dat we onttrekken aan de exploitatie. We bepalen de hoogte van de tussentijdse winstneming op basis van Percentage of Completion methode (POC). De berekeningswijze is als volgt: het percentage gerealiseerde kosten x het percentage gerealiseerde opbrengsten x het geprognosticeerde resultaat (rekening houdend met onzekerheden) = tussentijdse winstneming. Een uitgebreidere toelichting is opgenomen in de paragraaf grondbeleid.
De overige kortlopende activa, zoals debiteuren, overige vorderingen en liquide middelen, zijn opgenomen tegen de nominale waarde, verminderd met een voorziening voor oninbaarheid.
De algemene reserves dienen als algemeen financieel weerstandsvermogen. In bestemmingsreserves zijn bedragen gereserveerd voor (specifiek) benoemde toekomstige uitgaven of bijdragen aan budgetten.
Voorzieningen zijn opgenomen tegen nominale waarde, met uitzondering van de Voorziening APPA. Deze is gewaardeerd tegen contante waarde op basis van actuariële grondslagen. Voorzieningen voor planmatig onderhoud zijn onderbouwd met een meerjarenperspectief. Voor afvalstoffen en riolering zijn er voorzieningen, waarin we de jaarlijkse resultaten egaliseren.
Kortlopende passiva, zoals crediteuren en overige schulden zijn ook opgenomen tegen nominale waarde.
Op bijzondere waarderingsgrondslagen van specifieke balansonderdelen gaan we in bij het betreffende onderdeel in de toelichting op de balans.
Resultaatbestemming
De mutaties in reserves waarover de gemeenteraad bij begroting(swijziging) al besloot, worden verantwoord na de bepaling van het saldo van baten lasten volgens het overzicht van baten en lasten. Het saldo volgens het overzicht van baten en lasten leidt, samen met de mutaties in de reserves waarover de gemeenteraad al besloot, tot een nog te bestemmen resultaat. Het resultaat staat als afzonderlijke post op de balans. De gemeenteraad besluit over de resultaatbestemming bij de behandeling van de jaarrekening.
Toelichting vaste activa
Vaste Activa
Vaste activa zijn zaken die meerjarig hun nut en waarde behouden. Uitgaven aan deze zaken worden in beginsel geactiveerd en gedurende de gebruiksduur afgeschreven ten laste van de rekening van baten en lasten. Er is onderscheid in immateriële, materiële en financiële vaste activa. Immateriële vaste activa zijn kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief. De materiële activa zijn stoffelijk van aard; bijvoorbeeld gebouwen, computers, sportvelden en voertuigen. De financiële vaste activa zijn geldleningen, beleggingen en vorderingen op lange termijn.
Immateriële vaste activa
Volgens de vernieuwde regels van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) vallen vanaf 2016 bijdragen aan activa in eigendom van derden onder de immateriële activa.
(Bedragen x € 1.000)
Immateriële vaste activa | 31-12-2017 | 31-12-2018 |
Kosten van onderzoek en ontwikkeling | 744 | 1.567 |
Bijdragen aan activa in eigendom van derden | 1.382 | 1.237 |
Totaal Immateriële vaste activa | 2.126 | 2.804 |
De kosten van onderzoek en ontwikkeling betreffen voorbereidingskosten voor 3 ontwikkelingsgebieden (Havenkwartier, Gasthuisvelden en Markoevers). De geactiveerde kosten worden afgeschreven in 5 jaar. In 2018 is een bedrag van € 1,1 miljoen geactiveerd en € 0,2 miljoen afgeschreven.
De bijdragen aan activa in eigendom van derden betreffen in het kader van monumentenzorg bijdragen aan restauraties op monumentale panden in de binnenstad. De geactiveerde bijdragen worden afgeschreven over een periode van 25 tot 30 jaar. In 2018 hebben er geen nieuwe bijdragen plaatsgevonden. Op de boekwaarde van het beginsaldo van € 1,4 miljoen is in 2018 € 0,1 miljoen afgeschreven, zodat de boekwaarde ultimo 2018 € 1,3 miljoen bedraagt.
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa worden geactiveerd en afgeschreven op basis van de economische levensduur. Dit sluit aan bij de uitgangspunten van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
Er is onderscheid in:
- Investeringen met een economische nut: investeringen die verhandelbaar zijn of die een bijdrage leveren aan het productieproces.
- Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven: de investeringslasten worden door middel van heffingen in rekening gebracht bij de gebruiker. Het zijn specifiek de investeringen voor afvalstoffen en riolering.
- Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut: investeringen in de openbare ruimte (wegen, parken, viaducten et cetera) zijn niet verhandelbaar en leveren geen bijdrage aan productieprocessen. Vanaf het begrotingsjaar 2017 gelden ook over deze (nieuwe) investeringen de gebruikelijke afschrijvingstermijnen.
In de materiële vaste activa is per balansdatum inbegrepen een bedrag van € 10,6 miljoen in erfpacht uitgegeven gronden.
Onderstaand een overzicht van de wijzigingen van de boekwaarde van deze materiële vaste activa in 2018.
(Bedragen x € 1.000)
Materiële vaste activa | 31-12-2017 | 31-12-2018 |
Investeringen met economisch nut | 261.023 | 254.315 |
Investeringen economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven | 110.720 | 115.116 |
Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut | 63.843 | 62.694 |
Totaal Materiële vaste activa | 435.586 | 432.125 |
Verloop materiele vaste activa | |||||||
(Bedragen x € 1.000) | |||||||
Bij: | Af: | ||||||
Boek-waarde | Investeringen afgelopen jaar | Desinvesteringen | Afschrijvingen ten laste van de exploitatie | Bijdragen van derden | Voorziening duurzame waardevermindering | Boek-waarde | |
Economische nut: | |||||||
Investeringen waarvoor heffingen kunnen worden geheven | 110.720 | 11.145 | 402 | 6.346 | 115.117 | ||
Subtotaal | 110.720 | 11.145 | 402 | 6.346 | 0 | 115.117 | |
Overige investeringen met economisch nut: | |||||||
Gronden | 47.963 | 883 | 64 | 136 | 48.646 | ||
In erfpacht uitgegeven gronden | 11.141 | 587 | 10.554 | ||||
Woonruimten | 84 | 10 | 74 | ||||
Bedrijfsgebouwen | 152.647 | 9.889 | 5.124 | 5.802 | 6.568 | 145.042 | |
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken | 8.011 | 1.992 | 51 | 1.264 | 8.688 | ||
Vervoermiddelen | 4.331 | 1.788 | 21 | 921 | 5.177 | ||
Machines, apparaten en installaties | 12.011 | 172 | 5 | 1.864 | 10.314 | ||
Overige mva | 24.834 | 5.681 | 474 | 4.219 | 2 | 25.820 | |
Subtotaal | 261.022 | 20.405 | 6.326 | 14.080 | 2 | 6.704 | 254.315 |
Investeringen met een maatschappelijk nut | |||||||
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken t/m 2016 | 54.856 | 4 | 6.467 | 48.393 | |||
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken vanaf 2017 | 8.987 | 9.760 | 564 | 3.882 | 14.301 | ||
Subtotaal | 63.843 | 9.764 | 0 | 7.031 | 3.882 | 0 | 62.694 |
Totaal | 435.585 | 41.314 | 6.728 | 27.457 | 3.884 | 6.704 | 432.126 |
De belangrijkste investeringen in 2018 hebben te maken met diverse investeringen op het gebied van riolering (€ 11 miljoen) en investeringen in het kader van verduurzaming (€ 5,2 miljoen).
De duurzame waardevermindering hangt samen met het treffen van een voorziening als gevolg van de lagere waardering van het NAC-Stadion. Als gevolg van het voornemen het stadion te verkopen is het stadion gewaardeerd op de lagere marktwaarde. De verwachting is dat dit een duurzame waardevermindering is en daarom is een voorziening gevormd zodat per saldo de waarde van het stadion gelijk is aan de getaxeerde waarde. Zie hiertoe ook een toelichting onder programma 4 De basis op orde.
Financiële vaste activa
Financiële vaste activa zijn deelnemingen, opgenomen tegen verkrijgingsprijs, en verstrekte leningen, opgenomen nominale waarde. Er wordt geen afwaardering wegens oninbaarbaarheid noodzakelijk geacht.
(Bedragen x € 1.000)
Financiële vaste activa | 31-12-2017 | 31-12-2018 |
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen | 2.077 | 2.076 |
Leningen aan woningbouwcorporaties | 74.385 | 70.883 |
Leningen aan deelnemingen | 17.239 | 16.555 |
Overige langlopende leningen | 98.286 | 95.055 |
Totaal Financiële vaste activa | 191.989 | 184.569 |
Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen
De nominale waarde van de aandelenbelangen in betreffende deelnemingen zijn in 2018 niet gewijzigd.
(Bedragen x € 1.000)
Specificatie Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen | 31-12-2017 | 31-12-2018 |
Brabant Water NV | 735 | 735 |
Bank Nederlandse Gemeenten NV | 644 | 644 |
Intergas NV | 1 | 0 |
Enexis / Essent NV | 24 | 24 |
Stadsherstel NV | 204 | 204 |
Chasse Theater Beheer NV | 227 | 227 |
Bredase Investeringsmaatschappij NV (BrIM) | 227 | 227 |
Rewin | 16 | 16 |
Totaal Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen | 2.077 | 2.076 |
Leningen
(Bedragen x € 1.000)
Specificatie Leningen aan deelnemingen | 31-12-2017 | 31-12-2018 |
Chassé Theater Beheer NV | 16.147 | 15.501 |
Stadsherstel NV | 1.092 | 1.054 |
Totaal Leningen aan deelnemingen | 17.239 | 16.555 |
Op de leningen aan deelnemingen vinden de contractuele aflossingen plaats.
Overige langlopende vorderingen en leningen
(Bedragen x € 1.000)
Specificatie Overige langlopende leningen | 31-12-2017 | 31-12-2018 |
BreedSaaM | 80.788 | 78.598 |
Leningen Gemeentelijke Kredietbank | 3.480 | 3.327 |
Leningen Sociale Zaken | 1.374 | 1.189 |
Museum of the Image (MOTI) | 359 | 359 |
Startersleningen | 6.576 | 6.551 |
Deposito voormalig Hypotheekfonds Noord-Brabant | 1.499 | 829 |
Lening Nationaal Restauratie Fonds | 1.364 | 1.296 |
Synchroon B.V. | 2.846 | 2.846 |
Leningen U/G Woonwagenpercelen | 0 | 60 |
Overige langlopende leningen U/G | 0 | 0 |
Totaal Overige langlopende leningen | 98.286 | 95.055 |
Leningen BreedSaaM
De Gemeente Breda heeft in 2014 de overeenkomst tot de door decentralisatie voor huisvestingsmiddelen voor het primair en speciaal onderwijs ondertekend. In het kader daarvan zijn de onderwijsgebouwen tegelijkertijd met het verstrekken van leningen overgedragen aan BreedSaaM. Aan de doordecentralisatieovereenkomst ligt een business case ten grondslag met een aantal kaderstellende voorwaarden. Op basis daarvan wordt het risico op oninbaarheid van deze leningen nihil geacht.
Startersleningen
De Raad heeft voor startersleningen kredieten beschikbaar gesteld van totaal € 5,7 miljoen in de jaren 2009, 2013 en 2014 en 2017. Per ultimo 2018 zijn er 458 startersleningen verstrekt.
Daarnaast heeft de Raad € 0,95 miljoen beschikbaar gesteld voor de Blijverslening. Eind 2018 waren er 3 leningen verstrekt.
De uitvoering van de startersleningen en de blijversleningen zijn grotendeels uitbesteed aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting.
Synchroon BV
Op 28 december 2017 is het pand gelegen aan de Parade 10-14 (voormalige Chassé Kazerne) verkocht en in eigendom overgedragen aan Synchroon BV. Synchroon BV wil het pand transformeren naar woningen, horeca, detailhandel en hotel. De lening (€ 2.846.100) betreft de koopsom van het pand die Synchroon BV schuldig is aan de Gemeente Breda op het moment dat de omgevingsvergunning voor het bovengenoemd transformatieplan onherroepelijk is. De verwachting is dat dit uiterlijk januari 2020 zal gebeuren.
Lening woonwagenpercelen
Voor een aantal woonwagenlocaties zijn in 2018 huurkoop overeenkomsten gesloten.
Toelichting Vlottende activa
Voorraden
Vlottende activa zijn bezittingen waarin het vermogen in principe voor een periode korter dan een jaar is vastgelegd bijvoorbeeld voorraden, vorderingen en liquide middelen.
De voorraden zijn hoofdzakelijk grondexploitatie. In de paragraaf Grondbeleid in deze jaarstukken wordt ingegaan op deze ontwikkeling en is toegelicht welke aanpassingen in dit kader zijn verwerkt. In deze paragraaf wordt ook inzicht gegeven in de planresultaten per exploitatie, de voorraad gronden en panden en de risico's.
Het BBV specificeert het bezit van grond naar de volgende activa:
- materiële vaste activa
- bouwgrond in exploitatie (BIE)
- voorraad grond
Bedragen x € 1.000 | |||
Voorraden | 31-12-2017 | 31-12-2018 | |
Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie | 83.596 | 69.130 | |
Voorziening onderhanden werk, waaronder bouwgrond in exploitatie | -38.471 | -30.051 | |
Overige grond- en hulpstoffen | 6.477 | 6.359 | |
Voorziening overige grond- en hulpstoffen | -813 | -813 | |
Gereed producten en handelsgoederen | 69 | 66 | |
Totaal Voorraden | 50.858 | 44.691 |
Wanneer een grondexploitatie verliesgevend is een voorziening gevormd op het moment dat deze verliezen "voorzienbaar en onafwendbaar" zijn. Bij het afsluiten van een grondexploitatie komt het negatieve resultaat dan ten laste van deze voorziening.
Waardering onderhanden werk grondexploitaties
(bedragen x € 1.000) | |
Verloopoverzicht bouwgronden in exploitatie: | |
Stand per 31-12-2017 | 83.596 |
mutaties | -14.468 |
Stand per 31-12-2018 | 69.130 |
Nog te maken kosten | 35.954 |
Nog te realiseren opbrengsten | 89.984 |
Naam | Stand | Mutaties | Stand |
Via Breda | |||
Stationskwartier | 13.456 | 415 | 13.871 |
Totaal Via Breda | 13.456 | 415 | 13.871 |
Werken | |||
Markpark | 2.941 | 101 | 3.042 |
Herstructeringsfonds BOM/BHB | -3.407 | 780 | -2.627 |
Verzamelcomplex Bedrijventerreinen | 2.503 | -519 | 1.984 |
Werkdonken | 2.943 | 76 | 3.019 |
Rithmeesterpark | 16.121 | -1.787 | 14.334 |
Heilaar Noord | 2.213 | -1.609 | 604 |
Totaal Werken | 23.314 | -2.958 | 20.356 |
Wonen | |||
Gasthuispoort | 3.817 | -3.817 | 0 |
Verzamelcomplex Wonen | -66 | -495 | -561 |
Nieuw Wolfslaar | -287 | 268 | -19 |
Roosberg | -8 | 241 | 233 |
Eikberg | -192 | -1.869 | -2.061 |
Wisselslag | 1.894 | 27 | 1.921 |
Saval | 3.548 | 607 | 4.155 |
Tijdelijke woningen | 408 | 298 | 706 |
Adriaan K. Landgoed | 3.245 | -1 | 3.244 |
Waterdonken | 442 | 360 | 803 |
Bouverijen | 32.956 | -5.542 | 27.414 |
Meulenspie | 1.494 | -1.209 | 285 |
Hoge Gouw | -1.455 | 175 | -1.280 |
Haenen-Zuid | 422 | -603 | -180 |
Westerhagelaan-Muizenberglaan | 608 | 45 | 653 |
Vijverstraat, Prinsenbeek | 0 | -222 | -222 |
Burgemeester Middelaerlaan | 0 | -188 | -188 |
Totaal Wonen | 46.826 | -11.925 | 34.903 |
Totaal | 83.596 | -14.468 | 69.130 |
De gronden in exploitatie nemen af van € 83,6 miljoen naar € 69,1 miljoen. De mutaties 2018 hebben betrekking op het saldo van lasten en baten van de jaarschijf 2018. De voornaamste mutaties in de boekwaarde zijn opgetreden in de grondexploitaties Gasthuispoort (afname € 3,8 miljoen als gevolg van liquidatie) en in de grondexploitaties Bouverijen (afname € 5,5 miljoen), Rithmeesterpark (afname € 1,8 miljoen) en Eikberg (afname € 1,9 miljoen) als gevolg van gerealiseerde grondopbrengsten. De overige grondexploitaties nemen tezamen in boekwaarde af met € 1,5 miljoen.
Winstneming op bouwgronden in exploitatie
Rekening is gehouden met een bedrag aan tussentijdse winstneming van € 6,0 miljoen eind 2018. De winstneming in grondexploitaties is gebaseerd op het principe van het "Percentage of Completion" (POC). De winst moet worden genomen bij projecten met een negatieve en positieve boekwaarde. Als winstnemingsformule geldt: het percentage voortgang in de kosten, vermenigvuldigd met het percentage in de voortgang in de opbrengsten, vermenigvuldigd met de verwachte winst (gecorrigeerd voor onzekerheden).
Nog te maken kosten
De nog te maken kosten in de lopende grondexploitaties bedragen in totaal € 36,0 miljoen voor de resterende looptijd vanaf 2019. Deze kosten zijn opgebouwd uit de volgende posten:
(Bedragen x € 1.000) | ||
Nog te maken kosten: | bedrag | % |
Bouw-en woonrijpmaken | 27.741 | 77% |
Honoraria | 3.529 | 10% |
Verwervingen | 2.007 | 6% |
Overige kosten | 2.677 | 7% |
Totaal | 35.954 | 100% |
Van de nog te maken kosten vormen de kosten bouw- en woonrijpmaken de hoofdmoot. Honoraria (plankosten) is een post die daar direct mee samenhangt. Tezamen vormen deze posten 87% van de nog te maken kosten. De post verwervingen vormt 6% van de totale kosten. De overige kosten hebben een aandeel van 7%. Kijkend naar de spreiding over de grondexploitaties dan is de hoofdmoot van de nog te maken kosten opgenomen in de grondexploitaties Bouverijen (€ 14 miljoen), Eikberg (€ 5,7 miljoen), Stationskwartier (€ 4,8 miljoen) en Rithmeesterpark (€ 3,7 miljoen).
Nog te realiseren opbrengsten
De nog te realiseren opbrengsten in lopende grondexploitaties bedragen in totaal € 90,0 miljoen voor de resterende looptijd vanaf 2019. Deze opbrengsten zijn als volgt in te delen:
(Bedragen x € 1.000) | ||
Nog te realiseren opbrengsten | bedrag | % |
Opbrengst woningbouw | 54.814 | 61% |
Opbrengst bedrijventerrein | 28.381 | 32% |
Opbrengst kantoren | 4.152 | 5% |
Opbrengst overige categorieën | 1.584 | 2% |
Overige opbrengsten en subsidies | 1.053 | 1% |
Totaal | 89.984 | 100% |
De meeste opbrengsten zijn nog te behalen bij de woningbouw (61%) en bedrijventerreinen (32%). Tezamen vormen deze posten 93% van de nog te realiseren opbrengsten. De nog te behalen opbrengsten voor kantoren bedragen 5% van het totaal.
De grondopbrengsten van woningbouw zijn voornamelijk te behalen in de grondexploitaties Bouverijen (€ 29 miljoen), Stationskwartier (€ 7,6 miljoen) en Eikberg (€ 4,7 miljoen), de opbrengsten van bedrijventerreinen zijn geconcentreerd in de grondexploitatie Rithmeesterpark (€ 18,6 miljoen) en de grondopbrengst kantoren in de grondexploitatie Stationskwartier (€ 3,1 miljoen)
Verloopoverzicht voorziening onderhanden werk
(Bedragen x € 1.000) | |
Verloopoverzicht voorziening onderhanden werk | |
Stand per 31-12-2017 | 38.472 |
Mutaties 2018 | 8.421 |
Stand per 31-12-2018 | 30.051 |
De hoogte van de voorziening onderhanden werk is gebaseerd op de herzieningen van de grondexploitaties met een verwacht negatief resultaat. De herzieningen bevatten aannames ten aanzien van de verwachte kosten en opbrengsten. Uitgangspunt voor de berekeningen is het zogenaamde "midcase"-scenario. Daarmee is de huidige waardering tot stand gekomen op basis van de beste inschatting van het tijdstip van opstellen van de herziening. De waardering is dus een schatting; de realisatie kan afwijken van de verwachting.
Ten opzichte van de jaarrekening 2017 neemt de voorziening af van € 38,5 miljoen naar € 30,1 miljoen. De afname van € 8,4 miljoen is toe te schrijven aan:
- het ophogen van de voorziening naar het prijspeil 1-1-2019 met € 0,8 miljoen
- de vrijval in de voorziening voor een aantal grondexploitaties onder andere Stationskwartier en Bouverijen) van -/- € 5,1 miljoen
- de inzet van de voorziening voor de grondexploitatie Gasthuyspoort in verband met liquidatie van -/- € 4,1 miljoen.
(Bedragen x €1.000) | ||
voorziening onderhanden werk | 31-12-2017 | 31-12-2018 |
VIA BREDA | 8.210 | 6.258 |
Stationskwartier | 821 | 6.258 |
WERKEN | 1.595 | 1.388 |
Markpark | 1.323 | 1.388 |
Rithmeesterpark | 272 | |
WONEN | 28.667 | 22.406 |
Vlaszak Gasthuispoort | 4.103 | |
Wisselslag | 1.893 | 1.938 |
Saval | 4.562 | 4.378 |
Tijdelijke woningen | 790 | 792 |
Adriaan K. landgoed | 1.619 | 1.601 |
Bouverijen | 14.864 | 12.842 |
Meulenspie | 836 | 855 |
Totaal voorziening onderhanden werk | 38.472 | 30.051 |
Voorraad grond- en hulpstoffen:
(bedragen x € 1.000) | |
Verloopoverzicht voorraad grond- en hulpstoffen | |
Stand per 31-12-2017 | 6.477 |
mutaties | 118 |
Stand per 31-12-2018 | 6.359 |
Onder de overige grond- en hulpstoffen zijn opgenomen de af te stoten objecten gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. De voorraad neemt af van als gevolg van inbreng van gronden in de in 2018 geopende grondexploitaties.
Voorziening overige grond- en hulpstoffen
Als de marktwaarde lager is dan de verkrijgingsprijs en er sprake is van een duurzame waardevermindering, wordt de waarde-correctie in een voorziening opgenomen. In de voorziening zijn in 2018 geen mutaties opgetreden, waardoor de hoogte van de voorziening blijft gehandhaafd op € 0,8 miljoen.
Een uitvoerige toelichting op de grondexploitaties en risico's is opgenomen in de paragraaf Grondbeleid.
Vorderingen
(Bedragen x € 1.000)
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | 31-12-2017 | 31-12-2018 |
Debiteuren openbare lichamen | 5.591 | 4.704 |
Debiteuren | 13.360 | 11.294 |
Voorziening dubieuze debiteuren | -2.071 | -2.903 |
Debiteuren verhaal en terugvorderingen Wwb/BUIG | 19.304 | 18.219 |
Voorziening debiteuren verhaal en terugvordering Wwb/BUIG | -10.540 | -10.406 |
Vordering schatkistbankieren | 0 | 0 |
Totaal Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | 25.643 | 20.907 |
Liquide middelen
Bedragen x € 1.000
Liquide middelen | 31-12-2017 | 31-12-2018 |
Kasgelden | 32 | 35 |
Banktegoeden | 21 | 97 |
Kruisposten | -31 | 59 |
Totaal Liquide middelen | 22 | 191 |
Liquide middelen zijn de kasmiddelen en tegoeden op de bankrekeningen.
Overlopende activa
Overlopende activa zijn posten die aan het verslagjaar worden toegerekend maar waarvan de feitelijke afwikkeling na afloop van het jaar gebeurt.
bedragen x € 1.000
Overlopende activa | 31-12-2017 | 31-12-2018 |
Overige nog te ontvangen bedragen en vooruitbetaalde bedragen | 40.266 | 69.423 |
Nog te ontvangen voorschotten van Europese overheidslichamen | 0 | 269 |
Nog te ontvangen voorschotten van het Rijk | 2.983 | 2.031 |
Nog te ontvangen voorschotten van overige Nederlandse overheidslichamen | 15.176 | 8.459 |
Totaal Overlopende activa | 58.425 | 80.181 |
De overige nog te ontvangen bedragen bestaan met name uit nog te ontvangen bedragen inzake het btw-compensatiefonds ter grootte van € 26 miljoen en inzake jeugdzorg ter grootte van € 18 miljoen.
(bedragen x € 1.000)
Omschrijving | 31-12-2017 | Bij | Af | 31-12-2018 |
Subsidie Verbetering LKP | 0 | 93 | 0 | 93 |
Subsidie Smart High Straat Willemstraat | 0 | 30 | 0 | 30 |
Subsidie BIRK Breda Stationskwartier | 0 | 560 | 0 | 560 |
Subsidie De Ruit van Breda | 0 | 21 | 0 | 21 |
Regeling Vangnetuitkering | 2.759 | 0 | 1.181 | 1.578 |
Regeling Statushouders | 223 | 0 | 14 | 209 |
Regeling BDU-subsidie | 4.456 | 0 | 0 | 4.456 |
Regeling Subsidie NSP1 SKW | 1.757 | 1.823 | 1.757 | 1.823 |
Regeling Jeugdhulp | 8.326 | 0 | 8.326 | 0 |
Mobiliteit en Milieu diversen | 393 | 1.156 | 84 | 1.464 |
Regeling Afvalservice | 93 | 0 | 93 | 0 |
Regeling BBZ 2004 75% (SISA) | 0 | 243 | 0 | 243 |
AirQon EU | 0 | 51 | 0 | 51 |
Subsidie vervolgaanpak toegankelijkheid OV | 0 | 15 | 0 | 15 |
Cool Towns | 0 | 30 | 0 | 30 |
Subsidie Triple A | 0 | 82 | 0 | 82 |
Subsidie BISEPS | 0 | 98 | 0 | 98 |
Sel Interreg Vlaanderen | 0 | 7 | 0 | 7 |
Overige regelingen | 151 | 0 | 151 | 0 |
Totaal | 18.159 | 4.209 | 11.607 | 10.761 |
Toelichting eigen vermogen en voorzieningen
Passiva
Aan de passiva kant van de balans staan het vermogen en de schulden van de gemeente gerangschikt. Hieronder wordt ingegaan op de verschillende bestanddelen.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen van de gemeente wordt gevormd door de reserves en het rekeningresultaat.
Nog te bestemmen resultaat
Het totaaloverzicht van baten en lasten geeft het rekeningresultaat. Voor 2018 is dit € 8,4 miljoen negatief. Parallelaan de jaarstukken ontvangt de raad een voorstel voor de uiteindelijke bestemming van het resultaat.
Het positief resultaat 2017 van € 8 miljoen is verdeeld en maakt onderdeel uit van de toevoegingen aan de algemene en bestemmingsreserves. In de bijlage reserves en voorzieningen staat een specificatie van deze resultaatbestemming 2017.
Reserves
Er wordt onderscheid gemaakt in twee soorten reserves, algemene- en bestemmingsreserves. Algemene reserves zijn inzetbaar als weerstandsvermogen.
Voor de inzet van bestemmingsreserves zijn eerder bestedingsbeslissingen genomen.
(Bedragen x 1.000) | ||||||
Reserves | 31-12-2017 | Storting | Onttrekking | Resultaatbestemming 2017 | 31-12-2018 | |
Algemene reserves | 108.691 | 5.412 | 12.039 | 1.812 | 103.876 | |
Bestemmingsreserves | 43.029 | 11.607 | 15.854 | 6.245 | 45.027 | |
Totaal Reserves | 151.720 | 17.019 | 27.893 | 8.056 | 148.903 |
De kolom resultaatbestemming betreft de bestemming van het jaarrekeningresultaat 2017 inzake de onttrekking aan de reserve Sociaal Domein en de stortingen aan de exploitatiereserve, investeringsreserve en algemene reserve.
Algemene reserve
(Bedragen x 1.000) | |||||
Algemene reserves | 31-12-2017 | Storting | Onttrekking | Resultaatbestemming 2017 | 31-12-2018 |
Algemene reserves | 108.691 | 5.412 | 12.039 | 1.812 | 103.876 |
Reserves Atea | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal Algemene reserves | 108.691 | 5.412 | 12.039 | 1.812 | 103.876 |
In de totale Algemene reserves van € 103,8 miljoen is ook de Reserve Sociaal Domein voor een bedrag van €12,2 miljoen inbegrepen. De Reserve voor het Sociaal Domein maakt derhalve onderdeel uit van de totale Algemene reserves.
Aan de algemene reserve is in 2018 toegevoegd het resultaat 2017 van € 1,8 miljoen. De toegevoegde rente van € 1,1 miljoen is lager dan in de afgelopen jaren als gevolg van de lagere rekenrente. Als gevolg daarvan is, conform de begroting, een aanvullende storting van € 4,3 miljoen verricht om de algemene reserve op peil te houden.
De belangrijkste onttrekkingen bestaan uit besluiten inzake versterken woonagenda, bijdrage Logistics community en impulsen Sociaal Domein.
Bestemmingsreserve
(Bedragen x 1.000) | |||||
Bestemmingsreserves | 31-12-2017 | Storting | Onttrekking | Resultaatbestemming 2017 | 31-12-2018 |
Reserves exploitatie, egalisatie en investeringen | 39.458 | 11.040 | 15.498 | 6.245 | 41.244 |
Reserves projecten uit bijdragen derden | 545 | 0 | 0 | 0 | 545 |
Reserves duurzaamheid | 3.026 | 567 | 356 | 0 | 3.238 |
Reserves sociaal domein | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige reserves | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal Bestemmingsreserves | 43.029 | 11.607 | 15.854 | 6.245 | 45.027 |
Reserves exploitatie, egalisatie en investeringen
Dit zijn bedragen die in een volgend jaar worden besteed. Dit kan zijn omdat meerdere jaren resultaten zijn gereserveerd voor specifieke doelen, omdat middelen zijn overgebracht naar een volgend boekjaar of omdat gereserveerde middelen worden ingezet voor investeringen.
Reserves projecten uit bijdragen van derden
Dit is de reservering van bij bouwprojecten van derden ontvangen afkoopsommen voor het Parkeerfonds, waarop de verplichting ligt om parkeervoorzieningen te realiseren.
Reserves duurzaamheid
Het bodemfonds en het klimaatfonds zijn reserves ter versterking van de gemeentelijke klimaatdoelstellingen. Aan de reserve zijn de gelden vanuit de Wet Bodembescherming en de opbrengsten van het project windturbines Hazeldonk toegevoegd. Voor leningen en projecten is in 2018 € 0,3 miljoen onttrokken aan de reserve.
In de bijlagen staat een totaaloverzicht van de reserves.
Voorzieningen
Onder voorzieningen staan verplichtingen en verliezen als gevolg van risico's waarvan de omvang onzeker, maar toch redelijk in te schatten is. Ook zijn er voorzieningen voor uitgaven in een volgend jaar, die hun oorzaak vinden in of vóór het verslagjaar.
(bedragen x 1.000) | ||||||||
Voorzieningen | 31-12-2017 | Bij | Af | Vrijval | 31-12-2018 | |||
Personeelsvoorzieningen | 10.405 | 556 | 1.275 | 17 | 9.668 | |||
Onderhoudsvoorzieningen | 30.505 | 13.055 | 11.043 | 0 | 32.517 | |||
Achterstallig onderhoud verhardingen | 9.733 | 0 | 3.373 | 0 | 6.360 | |||
Overige voorzieningen | 5.724 | 5.579 | 0 | 755 | 10.548 | |||
Totaal Voorzieningen | 56.368 | 19.189 | 15.691 | 772 | 59.094 |
Hieronder worden de bijzonderheden per voorziening nader toegelicht.
Personeelsvoorzieningen
Het totaal van € 9,7 miljoen aan personeelsvoorzieningen bestaat voor € 8,2 miljoen uit pensioenvoorzieningen voor politieke ambtsdragers (Wet AppA) en voor € 1,5 miljoen uit kosten voor voormalig personeel en andere bijzondere personeelslasten. Jaarlijks wordt beoordeeld in hoeverre de stand van de personeelsvoorzieningen toereikend is.
Onderhoudsvoorzieningen
Deze onderhoudsvoorzieningen bestaan uit een groep voorzieningen voor onderhoud aan de openbare ruimte en een groep voor gebouwen.
Aan de onderhoudsvoorzieningen voor gebouwen, sportcomplexen en sportinventaris wordt gedoteerd conform de begroting. Er is voor een bedrag van € 4,3 miljoen onttrokken voor de werkzaamheden die zijn verricht op basis van de meerjarenonderhoudsplannen.
De voorzieningen voor onderhoud openbare ruimte zijn gekoppeld aan het beleidskader 'Beheer kapitaalgoederen openbare ruimte', wat in 2018 is geactualiseerd. De mutaties hebben dan ook betrekking op de werkzaamheden die benoemd zijn in het beleidskader. Het beleidskader is inmiddels geëvalueerd en voorgelegd aan de gemeenteraad. Gedurende het jaar zijn een groot aantal projecten uitgevoerd.
Achterstallig onderhoud verhardingen
De aanpak van het achterstallig onderhoud verloopt volgens plan. De voorziening is, evenals de voorzieningen voor onderhoud openbare ruimte gekoppeld aan het beleidskader 'Beheer kapitaalgoederen openbare ruimte'.
Overige voorzieningen
De overige voorzieningen bestaan uit de in 2018 gevormde voorziening ter afwikkeling van de planschade de Lunet.
Daarnaast is hier de voorziening verliesgevende contracten voor de locatie van de voormalige Rechtbank opgenomen. Hiervoor is door de raad nog geen grondexploitatie vastgesteld, maar zodra dit gebeurt, wordt deze locatie tegen de lagere taxatiewaarde ingebracht in de grondexploitatie. Voor het verschil tussen de taxatiewaarde en de contractuele overnamesom is deze voorziening gevormd.
Voor het overige zijn de egalisatievoorzieningen voor afvalstoffen en riolering hier verantwoord. Uit de egalisatatievoorziening afvalservice is € 0,5 miljoen onttrokken wegens het nadelig exploitatieresultaat op het product afvalservice.
Toelichting vaste schulden en vlottende passiva
Vaste schulden
Onder de vaste schulden zijn schulden opgenomen met een looptijd van meer dan één jaar. De vaste schulden zijn als volgt te specificeren:
Bedragen x € 1.000
Vaste schulden (onderhandse leningen van) | 31-12-2017 | 31-12-2018 | ||
Onderhandse leningen van binnenlandse banken en overige financiële instellingen | 393.465 | 424.329 | ||
Onderhandse leningen van overige binnenlandse sectoren | 1.383 | 0 | ||
Subtotaal | 394.848 | 424.329 | ||
Waarborgsommen | 576 | 490 | ||
Totaal Vaste schulden | 395.424 | 424.819 |
De vaste schuld waarmee gemeentelijke activa (zowel materiële als financiële activa) zijn gefinancierd is in 2018 met bijna € 29,5 miljoen toegenomen. De gemeentelijke activa zijn ook deels met kortlopende schuld gefinancierd. Het saldo van de kortlopende schuld is ongeveer met € 10 miljoen afgenomen. De totale lang- en kortlopende schuld is per saldo met bijna € 20 miljoen toegenomen. De langlopende schuld is in grotendeels in handen van de BNG Bank (55%) en de Nederlandse Waterschapsbank (40%). De overige schuld is in handen van de Triodosbank (€ 13,5 miljoen) en de gemeenschappelijke Regeling Nazorg Gesloten Stortplaatsen Bavel-Dorst en Zevenbergen (€ 8 miljoen). De lening aan Triodosbank is in 2018 aangetrokken voor de verduurzaming van de gemeentelijke gebouwen. De gemiddelde rente van de totale schuldportefeuille bedraagt 2,55%. De rentelast van de vaste schuld bedraagt € 10,4 miljoen en is daarmee € 1 miljoen lager dan in 2017. Een nadere toelichting op de schuldpositie en financieringsactiviteiten wordt gegeven in de paragraaf financiering.
Bedragen x € 1.000 | ||||
Vaste schulden | 31-12-2017 | 31-12-2018 | ||
Lening ten behoeve van de eigen financiering | 323.997 | 357.670 | ||
Lening ten behoeve van de woningbouw | 69.468 | 66.659 | ||
Subtotaal | 393.465 | 424.329 | ||
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | 1.383 | 0 | ||
Subtotaal | 1.383 | 0 | ||
Waarborgsommen | 576 | 490 | ||
Totaal Vaste schulden | 395.424 | 424.819 |
De totale langlopende schuldportefeuille bestaat uit 2 deelportefeuilles. De portefeuille langlopende leningen die voor gemeentelijke investeringen zijn aangetrokken en een deelportefeuille van leningen die zijn doorgeleend aan de woningbouwcorporaties. Deze lening portefeuilles zijn respectievelijk € 357,7 miljoen en € 66,6 miljoen. De gemiddelde rente van deze portefeuilles zijn respectievelijk 2,35% en 3,55%. Het grote verschil in gemiddelde rente bij beide portefeuilles komt doordat de deelportefeuille van leningen aan de woningbouwcorporaties uit enkel oude leningen bestaat met een hogere rentecoupon. Omdat de Gemeente Breda geen nieuwe leningen meer verstrekt aan de corporaties daalt deze gemiddelde rente ook niet meer.
Kortlopende schulden
De specificatie van de kortlopende schulden is als volgt:
Bedragen x € 1.000
Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | 31-12-2017 | 31-12-2018 | ||
Overige kasgeldleningen | 55.000 | 45.000 | ||
Banksaldi | 8.858 | 9.922 | ||
Overige schulden | 30.960 | 31.239 | ||
Totaal Netto-vlottende schulden, met een rentetypische looptijd korter dan één jaar | 94.818 | 86.162 |
De omvang van de netto vlottende schuld per ultimo van het jaar varieert elk jaar en is mede afhankelijk van het uitgevoerde cashmanagement en de omvang van de benodigde liquiditeiten rondom de jaarwisseling. Een nadere toelichting op de schuldpositie en financieringsactiviteiten inclusief cashmanagement wordt gegeven in de paragraaf financiering.
Overlopende passiva
Het totaaloverzicht van de overlopende passiva is als volgt:
Bedragen x € 1.000
Overlopende passiva | 31-12-2017 | 31-12-2018 | ||
Verplichtingen | 48.319 | 46.161 | ||
Voorschotten van Europese overheidslichamen | 1.876 | 619 | ||
Voorschotten van het Rijk | 5.130 | 3.880 | ||
Voorschotten van overige Nederlandse overheidslichamen | 1.965 | 1.590 | ||
Overige vooruitontvangen bedragen | 972 | 2.653 | ||
Totaal Overlopende passiva | 58.262 | 54.903 |
De verplichtingen bestaan onder andere uit af te wikkelen leveringen en diensten (€ 14,4 miljoen), nog te betalen rente (€ 5,9 miljoen), nog te betalen subsidies (€12,9 miljoen) en afdrachten personele lasten (€ 7,6 miljoen).
De voorschotten zijn ontvangen subsidies en leges waarvan de werkelijke lasten op een later moment plaatsvinden. Hieronder is een overzicht per regeling weergegeven.
Overzicht jaar overstijgende subsidies
(bedragen x € 1.000)
Omschrijving | 31-12-2017 | Bij | Af | 31-12-2018 |
Subsidie Verbetering LKP | -93 | 93 | 0 | 0 |
Subsidie lokaal openbaar vervoer | 11 | 0 | 0 | 11 |
Subsidie Onderwijskansenbeleid | 368 | 448 | 0 | 815 |
RMC middelen | 290 | 4 | 0 | 294 |
Subsidie AMIF 2014-2020 (integratie) | 130 | 435 | 130 | 435 |
Subsidie OCW-Educatie SISA | 122 | 13 | 0 | 135 |
Subsidie Corridor Zuid-Breda (NBR-BBV-006) | 504 | 31 | 504 | 31 |
Subsidie Trace | 33 | 0 | 33 | 0 |
Subsidie Voortijdig schoolverlaten 2017 | 168 | 773 | 743 | 199 |
Subsidie Landstad de Baronie | 474 | 0 | 100 | 374 |
Subsidie Smart High Straat Willemstraat | 120 | 0 | 75 | 45 |
O&O fonds onderz Center of Excellence Imagineering | 25 | 0 | 0 | 25 |
Subsidie BIRK Breda Stationskwartier | 254 | 0 | 254 | 0 |
Subsidie Innovatieve aanpakken VNG | 22 | 0 | 22 | 0 |
Subsidie ESF pro / vso 2014-2020 | 1.713 | 104 | 1.713 | 104 |
Subsidie PPS kwetsbare branches | 110 | 0 | 110 | 0 |
Subsidie De Ruit van Breda | 93 | 0 | 93 | 0 |
Subsidie Lithos | 125 | 18 | 18 | 125 |
Subsidie Aanleg Faunapassages | 85 | 194 | 139 | 141 |
Subsidie Ulvenhoutse Bos | 66 | 0 | 12 | 53 |
Bijdrage Biodiversiteit | 411 | 411 | 411 | 411 |
Bijdrage Community-based wijkbus | 114 | 0 | 114 | 0 |
Subsidie Aanpak woninginbraken | 102 | 0 | 0 | 102 |
Subsidie Onderhoud verkeerregelinstallaties | 19 | 0 | 6 | 12 |
Bijdrage Fort Oranje | 3.706 | 2.324 | 3.706 | 2.324 |
Green Deal / Snellaadinfra | 0 | 140 | 0 | 140 |
Mobiliteit en Milieu diversen | 0 | 34 | 0 | 34 |
Subsidie Brabant Start | 0 | 12 | 0 | 12 |
Bomenfonds | 0 | 43 | 0 | 43 |
Subsidie Lovensdijkstraat-Wilhelminastraat | 0 | 22 | 0 | 22 |
Subsidie waterstofvoertuigen | 0 | 80 | 0 | 80 |
Corridor A16 | 0 | 123 | 0 | 123 |
Totaal | 9.024 | 5.355 | 8.291 | 6.089 |
Toelichting niet uit de balans blijkende verplichtingen
Niet uit de balans blijkende verplichtingen
Het Besluit Begroting en Verantwoording verplicht de gemeente om in de toelichting op de balans inzicht te geven in de financiële verplichtingen waaraan de gemeente is verbonden, voor zover die verplichtingen financiële consequenties hebben voor de toekomstige jaren en deze niet zijn opgenomen in een balanspost.
(Bedragen x € 1.000) | |||
Borgstellingen of garantstellingen aan natuurlijke- en rechtspersonen | Oorspronkelijke hoofdsom | 31 december 2017 | 31 december 2018 |
Geldleningen voor het verkrijgen/ verbeteren van woningen | n.b. | 570 | 520 |
Waarborgfonds sociale woningbouw | 747.725 | 687.332 | 647.304 |
Overige leningen | 41.826 | 11.089 | 24.726 |
Totaalbedrag waartoe aan natuurlijke- en rechtspersonen borgstellingen of garantstellingen zijn verstrekt | 789.551 | 698.991 | 672.550 |
Bij het Waarborgfonds Sociale Woningbouw heeft de gemeente een achtervang positie. Met ingang van 2017 wordt in de jaarrekening de achtervang positie bij het WSW voor de helft opgenomen van het totale bedrag waarvoor de Gemeente Breda en het Rijk gezamenlijk garant staan. De omvang van gegarandeerde leningen waarvoor de gemeente Breda garant staat is met € 40 miljoen afgenomen. De leningen die de gemeente rechtstreeks heeft verstrekt aan de woningbouwcorporaties zijn in de balans verantwoord en vallen ook onder garantie van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw.
De post overige leningen betreffen de leningen die de gemeente zelf gegarandeerd heeft via een apart garantiebesluit. Deze post is al jaren zeer beperkt in omvang. Dit komt mede door landelijk opererende garantiefondsen die op specifieke beleidsterreinen garantiestellingen verlenen en daarmee een goed alternatief zijn voor directe gemeentegaranties. Voorbeelden zijn het Waarborgfonds Sociale Woningbouw, Stichting Waarborgfonds Sport, Waarborgfonds Eigen Woningen, Waarborgfonds voor de Zorgsector en het Nationaal Restauratie Fonds. In 2018 is de omvang van deze gegarandeerde leningen in ruim verdubbeld tot bijna € 25 miljoen. De toename is bijna volledig voor rekening van Building Breda die per ultimo 2018 bijna het volledige garantiebedrag (groot € 17,5 miljoen, garantie in 2013 verstrekt) aan leningen heeft opgenomen. De in omvang grootste posten bij de overige leningen zijn:
(Bedragen x € 1 miljoen) | 31 december 2017 | 31 december 2018 |
Stichting Elisabeth | 5.241 | 4.878 |
Internationale school Breda | 651 | 1.040 |
Building Breda | 3.773 | 16.928 |
Overige garanties | 1.424 | 1.881 |
Totaal | 11.089 | 24.727 |
De Gemeente Breda heeft in december 2008 een overeenkomst doordecentralisatie huisvesting voortgezet onderwijs Breda afgesloten met een aantal partijen, waaronder de Vereniging onderwijshuisvesting voortgezet onderwijs Breda en omstreken (Building Breda). Op basis van deze overeenkomst heeft Building Breda tot een bedrag van € 35 miljoen aan leningen opgenomen ten behoeve van de onderwijshuisvesting. Uit deze overeenkomst kunnen bij een faillissement van Building Breda verplichtingen volgen tot een bedrag van maximaal € 35 miljoen. Dit bedrag is niet opgenomen in bovenstaande opstelling.
Bij de geldleningen voor het verkrijgen/verbeteren van woningen en bij de overige leningen staat de gemeente 100% garant bij het Nationaal Restauratie Fonds (NRF).
Belangen bij derden
Verkoop Essent
Met de verkoop in 2009 van het Productie- en leveringsbedrijf van Essent aan RWE kreeg de gemeente Breda een belang in een aantal B.V.'s als zekerheid voor mogelijke claims, die voortvloeien uit de transactie of rechtshandeling van de verkoop. Rond 2020 zijn de laatste claims afgewikkeld, in totaal geschat op maximaal € 200.000. Gelet op de onzekerheden bij deze claims staan deze niet als vordering in de balans.
Langlopende contracten
De gemeente heeft een groot aantal contracten met een meerjarig karakter:
Contracten voor de zorg
Voor een belangrijk deel van deze contracten geldt dat het of een raamovereenkomst of een zogenoemde openeindregeling is. Deze contracten kennen geen budgetafspraken, maar worden afgerekend op basis van feitelijk geleverde zorg (PxQ). Dit gebeurt in uren, trajecten, cliënten etcetera. De onderdelen waar wel vaste budgetafspraken voor gemaakt zijn, bestrijken een verplichting van € 3,4 miljoen per jaar.
Voor de aangegane verplichtingen zijn de financiële middelen in de (meerjaren) begroting beschikbaar.
Contracten voor de bedrijfsvoering
Voor de bedrijfsvoering resteerde per 31-12-2018 € 5,8 miljoen aan contractuele verplichtingen in 2019. Contracten die doorlopen na 2018 zijn voornamelijk licentiekosten, accountantskosten, verzekeringen en kopieerkosten.
Overige contracten
Door de lijnafdelingen is in totaal een waarde van € 31 miljoen aan contracten en verplichtingen voor het jaar 2019 aangegaan..
Voor alle aangegane verplichtingen zijn middelen opgenomen in de meerjarenramingen.
Vennootschapsbelasting
Op basis van de inventarisatie en bepaling van de fiscale winst is voor 2018 een positief resultaat van € 1,4 miljoen berekend. Dit positief resultaat kan verrekend worden met het verlies wat in 2016 en 2017 is gerealiseerd. Het positieve resultaat is bepaald op basis van de volgende vennootschapsbelastingplichtige activiteiten:
- grondexploitaties (€ 2,7 miljoen positief)
- inzameling bedrijfsafval (€ 0,1 miljoen positief)
- parkeergarages en fietsenstallingen (€ 1,4 miljoen negatief)
- algemene kosten (€ 0,2 miljoen negatief)
De fiscale winst wijkt af van het saldo van baten en lasten. Dit is onder andere veroorzaakt door de ingangsdatum van de wetgeving op 1 januari 2016. Als gevolg van tussentijdse (hogere) fiscale waardering is ook de kostentoerekening anders op de fiscale balans.
Bij de bepaling van de fiscale winst is een aantal aannames gemaakt en zijn standpunten ingenomen waarover veelvuldig overleg is gepleegd met de Belastingdienst, maar waar echter nog geen instemming van de Belastingdienst is verkregen. Met name over het clusteren van de activiteiten op het gebied van parkeren heeft de Belastingdienst een ander standpunt. We blijven in overleg met de Belastingdienst. In afwachting hiervan is het risico opgenomen in het risicoprofiel en nader toegelicht in de paragraaf weerstandsvermogen.
In 2018 is de eerste aangifte vennootschapsbelasting over 2016 ingediend. Over 2016 is een verlies gemaakt van € 2,5 miljoen. Over 2017 moet de aangifte nog nader worden uitgewerkt en ingediend, het voorlopig berekende resultaat 2017 bedraagt € 1,7 miljoen negatief.
bedragen x €1.000 | 2016 | 2017 | 2018 |
Belastbaar bedrag | - € 2.519 | - € 1.701 | € 1.431 |
Na verrekening van het positief resultaat 2018 met de in 2016 en 2017 geleden fiscale verliezen resteert een compensabel verlies van € 2,8 miljoen voor verrekening in komende jaren. In de loop van 2019 worden de aangiftes 2017 en 2018 nader uitgewerkt, waarbij op een aantal onderdelen nog een nadere analyse van zowel activiteiten als fiscale opbrengsten en kostentoerekening zal plaatsvinden.
Overige niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
Brandweerkazernes Ulvenhout en Teteringen
Eind 2013 zijn, in het kader van btw-aspecten, de brandweerkazernes Ulvenhout en Teteringen overgedragen aan de Veiligheidsregio. In deze overdracht is geregeld dat de kazernes na de fiscale herzieningstermijn van maximaal 10 jaar weer worden teruggeleverd aan de gemeente Breda.
Reclame inkomsten
In Breda treft u op diverse locaties in de gemeente halte-inrichtingen (abri’s) of vrijstaande reclamedragers (mupi's) aan met gemeentelijke en/of niet commerciële uitingen gericht aan onze burgers en/of bezoekers aan de gemeente. Op de achterzijde van de mupi’s worden reclame-informatie geplaatst.Daarnaast zijn er sinds 2018 digitale billboards aan de invalswegen, daar wordt een deel van de schermtijd voor niet commerciële uitingen benut door de City Marketing organisatie van Breda. Tussen de gemeente en de eigenaar/beheerders van deze abri's, billboards en mupi's ligt contractueel vast dat zij een deel van hun reclame-inkomsten afdragen aan de gemeente voor het gebruik van de openbare ruimte.