Kapitaalgoederen
Inleiding
Kapitaalgoederen zijn investeringen in fysieke goederen met een langdurig economisch of maatschappelijk nut. Deze paragraaf gaat in op het onderhouds- en daarmee het kwaliteitsniveau van de kapitaalinvesteringen.
- Beheer en onderhoud publieke/openbare ruimte
- beheer en onderhoud riolering
- beheer en onderhoud accommodaties
- beheer en onderhoud voertuigen.
Beheer en onderhoud publieke ruimte
Beheer en onderhoud van de openbare ruimte
In de openbare ruimte van de Gemeente Breda worden 5 kapitaalgoederen onderscheiden. De openbare ruimte bestaat uit meer goederen, die zijn echter niet betiteld als kapitaal waardig. Het beheer en onderhoud in de openbare ruimte van de Gemeente Breda betreft de volgende kapitaalgoederen:
- Wegverhardingen
- openbare verlichting
- bomen
- civieltechnische kunstwerken
- waterwegen en –voorzieningen
- riolering*
*Waarbij aangemerkt wordt dat het kapitaalgoed riolering bijzondere wettelijke eisen en financiering kent. Deze heeft daarom een eigen systematiek en beheer- en onderhoudsbenadering.
In de beleidsplannen van de gemeente bestaand uit de Visie op de openbare ruimte 2009, het Beleidskader kapitaalgoederen openbare ruimte 2014 en de daarbij behorende beheerplannen en meerjarenprogrammeringen staat hoe doeltreffend beheer van de voorzieningen in de openbare ruimte eruit moet zien. De begroting is voor dagelijks onderhoud en beheer. In 2018 is het beleidskader kapitaalgoederen geactualiseerd. Voor 4 van de 5 kapitaalgoederen (openbare verlichting uitgezonderd) stond het budget op gespannen voet met de afgesproken onderhoudsniveau’s. In het bestuursakkoord Lef en Liefde 2018 is vanaf 2019 €2.1 miljoen extra jaarlijks budget beschikbaar gesteld voor het beheer en onderhoud van de kapitaalgoederen.
Wegverhardingen
Uit de evaluatie in 2017 en actualisatie 2018 is gebleken dat het onderhoudsniveau Bmin het juiste niveau is voor het effectief kunnen onderhouden van wegverhardingen. Het beschikbare budget voor het op peil brengen en houden van het onderhoud aan de wegverhardingen was echter te beperkt om de gestelde doelen in 2021 te behalen. Voor het inlopen van de achterstand en het op peil houden is €1.1mln/jr. extra budget vrijgemaakt vanaf 2019.
In 2018 blijkt dat de kwaliteit van de wegverhardingen uit het dal geklommen is. De gekozen onderhoudsaanpak blijkt tot het gewenste resultaten te leiden. Wel is zichtbaar dat het inhalen van de achterstalligheid te traag verloopt. De komende 4 jaar is daarom meer budget nodig en moet nog hard gewerkt worden om de afgesproken doelstellingen te behalen.
Openbare verlichting
Een belangrijk deel van de ruim 40.000 armaturen en lantaarnpalen is aan het eind van de levensduur. Middels reguliere onderhoudswerkzaamheden en de verduurzamingsimpuls wordt gewerkt aan het wegwerken van deze achterstanden.
Afgelopen jaar is naast de reguliere onderhoudswerkzaamheden voornamelijk gewerkt aan het voorbereiden van de verduurzamingsimpuls van 8400 armaturen en de versleten palen. In 2018 zijn binnen deze verduurzamingsimpuls de eerste 250 stuks armaturen vervangen. In 2019 en 2020 zullen we de overige 8150 armaturen vervangen.
In 2020 zal met de inzichten en ervaringen uit de verduurzamingsimpuls een nieuw verduurzamingsplan opgesteld worden voor de overige armaturen. Ook hier zal het wegwerken van achterstanden worden opgenomen. De totale verduurzaming en wegwerken van de achterstanden van het areaal zal langer duren dan 2021.
Civieltechnische kunstwerken
Uit de evaluatie in 2017 en actualisatie 2018 is gebleken dat het beschikbare budget voor het op peil brengen en houden van het onderhoud aan de civieltechnische kunstwerken te beperkt was.
Het vastgesteld onderhoudsniveau C betekent dat reactief onderhoud gepleegd wordt. In de afgelopen jaren is duidelijk geworden dat beide aspecten tot steeds meer problemen leiden bij kunstwerken. De groei van het benodigde calamiteitenbudget in de afgelopen jaren is hiervan een duidelijk teken.
Om de toenemende kosten als gevolg van de toenemende achterstalligheid een halt toe te kunnen roepen is jaarlijks €0.5miljoen extra budget vrijgemaakt vanaf 2019.
Bomen
Veel van de bijna 90.000 bomen in Breda zijn aan vervanging toe. Een grote vervangingsgolf dient zich aan. De afgelopen periode is er onvoldoende geld beschikbaar geweest voor een duurzame aanpak van de vervanging van bomen. Alleen de gevaarlijke oude en zieke bomen zijn om veiligheidsredenen gekapt. Herplant heeft niet op de gewenste manier kunnen plaatsvinden. In bestaande boomstructuren zijn bijvoorbeeld te kleine bomen herplant. Boomstructuren kalven hierdoor af en verliezen hun maatschappelijk, landschappelijke, verkeerssgeleidende werking en ecologische waarde en werking. Ook hier is dan sprake van kapitaalvernietiging. Voor het inlopen van de achterstand en het op peil houden is €0,2 miljoen per jaar extra budget vrijgemaakt vanaf 2019.
Het regulier onderhoudsplan (B-minniveau) gaat ervan uit dat de bomen vanuit de beschikbare middelen zo worden onderhouden dat ze hun aantrekkelijkheid als decor niet verliezen, hittestress helpen tegen te gaan en dat ze hun landschappelijke, ecologische en verkeersgeleidende waarde optimaal waarmaken. Waardevolle bomen, boomgroepen en boomstructuren worden op tijd en doorlopend beheerd en onderhouden, én vervangen wat afkalving bij boomstructuren voorkomt.
Een ander probleem is wortelopdruk op plaatsen waar bomen te krappe groeiplaatsen hebben. Er wordt inzichtelijk gemaakt wat de financiële consequenties zijn voor het wegwerken van de wortelopdruk in de komende jaren. Daarnaast zijn bomen levend materiaal in de openbare ruimte. In 2018 hebben we gezien dat er door droogte en januaristorm extra bomen zijn vervangen in de stad.
Waterwegen
Het beheren en onderhouden van waterwegen en watervoorzieningen is uitgebreid met bluswatervoorzieningen, watertappunten, aanlegplaatsen en opstappunten voor (roei)boten, naast het regulier beheren en onderhouden van waterpartijen en beschoeiing.
De 230 km waterwegen in Breda worden op C-niveau beheerd en onderhouden. Dit betekent dat de waterwegen veilig zijn voor de watersporter en dat het water voldoende kan stromen en voldoende diep is om te varen.Op basis hiervan is het beheer uitgevoerd.
Technisch gezien is er sprake van een achterstand bij het op peil houden van de kwaliteit van kantbeschoeiingen en het baggeren. Dit leidt tot een hoger risico op afkalving van aangrenzende tuinen. Ernstige knelpunten of calamiteiten worden per geval (reactief) opgelost.
Samen met het waterschap is actief de samenwerking gezocht omtrent het baggeren van de singels en het onderhouden van de beschoeiing in de singels. Deze werkzaamheden worden in 2019 verder uitgevoerd.
Met het budget dat is vrijgekomen met areaaluitbreiding en welke beschikbaar wordt in 2019 is de verwachting dat het beheerniveau op C kan worden gehandhaafd.
Het beheerplan Waterwegen en Watervoorzieningen omschrijft op basis van dit niveau de uit te voeren werkzaamheden en deze wordt in 2019 aangeboden aan het college op basis van de evaluatie kapitaalgoederen. Waarbij voor het op peil houden van het kwaliteitsniveau is €0,3 miljoen per jaar extra budget is vrijgemaakt vanaf 2019.
Beheer en onderhoud riolering
Beheer en onderhoud van de circa 1.300 kilometer riolering worden sinds 2014 bepaald aan de hand van het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (vGRP) 2014-2018. Voor 2019-2023 is een nieuw Stedelijk Waterplan opgesteld welke ook een focus kent op klimaatadaptatie.
Binnen het plan wordt invulling gegeven aan de afvalwaterzorgplicht (duurzame instandhouding riolering), hemelwater- en grondwaterzorgplicht. Afvalwater gaat naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie. De gemeente, verantwoordelijk voor de inzameling en transport binnen gemeentegrenzen, onderhoudt het rioolstelsel en de gemalen. De zorgplicht hemelwater bestaat uit verschillende methodes om er voor te zorgen dat het regenwater minimale overlast veroorzaakt. Bij de zorgplicht grondwater is de rol van de gemeente om bij overlast de inwoner naar de juiste instantie te verwijzen (gemeente, waterschap, provincie of particulier). Bij overlast op gemeentegrond lost de gemeente dit zelf op. Vanuit het vGRP zijn er projecten gedefinieerd voor de verschillende zorgplichten. Bijvoorbeeld aanleggen van een gescheiden rioolstelsel in bepaalde wijken, vervangen van riolering die niet meer aan de kwaliteitseisen voldoet en onderhouden van gemalen en drukriolering. Uit de evaluatie van het vGRP 2014 - 2018 blijkt dat de kwaliteit van de assets op niveau is gebleven door het uitgevoerde groot en klein onderhoud.
Beheer en onderhoud accommodaties
Bij de jaarrekening 2018 is de toereikendheid bepaald van de onderhoudsvoorzieningen over de periode 2019-2028. Deze voorzieningen hebben betrekking op:
- Onderhoud van alle gemeentelijke gebouwen die in eigendom zijn van de afdeling Vastgoedbeheer. Dit is inclusief het binnenonderhoud dat voor rekening van de gemeente komt
- de vervanging van de binnensportinventaris
- civiel en cultuurtechnisch onderhoud van de buitensportcomplexen
De basis voor de berekening van de toereikendheid wordt gevormd door de meerjarenonderhoudsramingen van Planon, de dotaties in de begrotingen en de stand van de voorzieningen per 31 december. Naar aanleiding van het uitgevoerde, onderzoek naar de toereikendheid van de onderhoudsvoorzieningen voor de gebouwen van Vastgoedbeheer is geconcludeerd dat de onderhoudsvoorziening toereikend is voor de onderzochte periode van 10 jaar. Deze berekening is exclusief de maatregelen die genomen moeten worden in het kader van Wet- en regelgeving. De te ontvangen middelen vanuit de specifieke uitkering Sport (SPUK-sport) ter compensatie van btw-lasten zijn vooralsnog onzeker.
Beheer en onderhoud voertuigen
Het wagenpark bestaat eind 2018 uit 45 vuilniswagens, 10 haakarm-kraanwagens, 5 lichte vrachtwagen, 4 zware aanhangwagens, 70 bedrijfswagens en 27 personenwagens of combovoertuigen. De onderhoudstoestand is goed. Jaarlijks voeren we een onderhoudsprogramma uit aan de hand van de technische staat van de voertuigen. Vervanging van alle tractiemiddelen voor de komende jaren staat in een vervangingsplan, met de insteek om te blijven voldoen aan de normen voor luchtkwaliteit en landelijke milieueisen. Op het moment van afroep kijken we onder andere naar beschikbaarheid en toepasbaarheid (bijvoorbeeld in de bedrijfsvoering) van hybride, low emissie en elektra en houden we rekening met duurzaamheidscriteria van het Ministerie van Water, Verkeer en Leefomgeving. In 2018 zijn 3 vrachtwagens (Euro 5) voorzien van een nieuw hybride beladingssysteem, 2 vrachtwagens (Euro 6), 6 volledig elektrische personenwagens of combo’s en 1 volledig elektrische busjes gekocht en in gebruik genomen. Er is nog 1 volledig elektrisch busje besteld voor 2019.